Denk aan de frietjesgrafiek!
Liesbeth Smit gaat ons uitdagen, dat is bij het begin van haar presentatie meteen duidelijk. Ze is grafisch ontwerper, voedingswetenschapper en specialist op het gebied van wetenschapscommunicatie en mede-oprichter van The Online Scientist. Ze begint met een flitsend filmpje waarin een astronaut over een landschap met bergen van rapporten en meren van grafieken vliegt. “Waarom begin ik met zo’n raar filmpje?” vraagt ze aan de zaal. “Omdat ik impact wil maken. Zodat je later nog weet wat hier gebeurd is.”
Making science sexy
“Wat wil je eigenlijk bereiken?” vraagt ze aan de zaal. Wil je als wetenschapper de resultaten van je onderzoek presenteren? Via een persbericht? Of een rapport? “Hier gaat het bijna altijd mis,” zegt Liesbeth Smit. “50% van de artikelen wordt alleen gelezen door de auteur, de reviewers en de redacteur.” Je kunt als wetenschapper niet meer aankomen met alléén informeren. Smit: “Wat we willen is impact maken. We willen met onze boodschap een meetbaar effect op de wereld bereiken.” In haar presentatie laat ze voorbeelden zien van hoe dat kan. En vooral ook hoe dat niet moet.
Saaie posters
Denk aan de ‘posterworkshop’, waar wetenschappers een poster ophangen over hun onderzoek. Smit loopt heen-en-weer over het podium en kijkt verveeld naar links en rechts. “Want hoe zien die posters er meestal uit? Blauw, want dat is betrouwbaar.” En overladen met tekst, zinloze plaatjes en onbegrijpelijke stroomdiagrammen, legt ze uit. “Terwijl een poster gemiddeld 43 seconden bekeken wordt!”
Frietjesgrafiek
Het moet dus anders. Leuker, aantrekkelijker en opvallender. Daar laat Smit ook voorbeelden van zien. Bijvoorbeeld het onderzoek van Famke Mölenberg, die onderzocht hoeveel verkooppunten van fastfood er in de stad Rotterdam zijn en hoe dat invloed heeft op de gezondheid van kinderen. Smit maakte voor de campagne die volgde op dit onderzoek een ‘cute’ grafiekje, zoals ze zelf zegt. Een staafdiagram van steeds hogere frietjes laat zien hoe het aantal verkooppunten van fastfood in Rotterdam is toegenomen. De campagne sloeg aan, de pers pikte het op, de campagne werd landelijk bekend.
“Mensen herinnerden zich vijf jaar later dat grafiekje nog.” Je moet begrijpen hoe je doelgroep denkt.
Relevant voor je doelgroep
Maar is er iets veranderd aan de gezondheid van de kinderen in Rotterdam? Daar kun je vraagtekens bij zetten, vertelt Smit. Ze legt uit dat het bij bereiken van impact, het ‘de wereld een stukje beter maken’, méér komt kijken. Op het scherm verschijnt nu een hoofd met een sleutel erin. Smit: “Je bent er niet met alleen het zenden van je boodschap. Je moet begrijpen hoe je doelgroep denkt. Je moet je boodschap relevant maken voor je doelgroep.” Zorg dat je bij de impact die je wil maken de vragen van je doelgroep adresseert. “Kijk bijvoorbeeld eens op de site answerthepublic.com daar kun je met een beslisboom zoeken naar de vragen die je doelgroep stelt in zoekmachines. Zo kun je –door zoektermen op te nemen in je middelen– heel snel je doelgroep bereiken” zegt Smit.
Scrollytelling
Liesbeth Smit: “Goed. We weten wat we willen vertellen. En we weten hoe onze doelgroep denkt. Maar nu hebben we ook nog hun aandacht nodig! Trek de aandacht!” Smit geeft voorbeelden van hoe dat kan en vooral van hoe dat niet moet. Als positief voorbeeld laat ze een ‘Rij Rookvrij’-campagne zien. Animaties, infographics, leuk en aantrekkelijk vormgegeven. “Hier heb ook een van mijn favoriete methoden ingezet: ‘scrollytelling’, waar je door het verhaal van een website heen kunt scrollen. Iedereen weet hoe dat werkt, naar beneden scrollen, dat weten zelfs oudere gebruikers.”
Hoe meer informatie je geeft, hoe minder mensen onthouden.
‘Ik begrijp het!’
Aan het eind van haar presentatie geeft Smit nog een aantal praktische tips. “Doseer je informatie. Hoe meer informatie je geeft, hoe minder mensen onthouden. Denk eraan dat het grootste compliment dat je kunt krijgen is ‘Ik begrijp het!’. En als je een artikel of rapport schrijft: schrijf een titel als conclusie, niet als beschrijving.” En, een hele belangrijke tip: vermijd vaktermen (‘oraal’ in plaats van ‘in de mond’) en moeilijke woorden. Smit: “Doe het niet! Mensen denken vaak dat ze slimmer zijn als ze maar moeilijke woorden gebruiken. Maar dan komt je boodschap niet meer aan!”
Doe iets geks!
Het publiek vergeet bijna alles van wat er verteld is tijdens een presentatie, sluit Smit haar presentatie af. “Kijk daarom vooral op onze site theonlinescientist.com voor tips en workshops.” En voor de theoretische onderbouwing van het sexy maken van communicatie! “Bedenk dadelijk in de pauze zelf welke impact je zelf wil gaan maken, hoe je dat kunt doen en wie je daarvoor nodig hebt. En doe iets geks!”
Als de zaal leegloopt hoor ik twee mensen praten. Het verhaal over ‘output - outcome - impact’ en hoe dat allemaal precies op elkaar aansluit lijkt alweer weggezakt. Maar: “Die site met die frietjes, die ga ik zo eens opzoeken...” zegt de ene zorgprofessional tegen de andere. Kijk, zo werkt het!