Kennis beter heen en weer bewegen tussen wetenschap en praktijk

Interview

Hoe krijg je de juiste kennis op de juiste plek? Deze vraag staat centraal bij de workshop Welkom in de Krakeling. Martijn da Costa van ZonMw en Lia Davelaar van Vilans bespreken daarin met deelnemers hoe het toepassen van kennis in de langdurige zorg beter kan verlopen. Voorafgaand aan de workshop vertellen ze over de noodzaak en de uitdagingen van een verbeterde kennisinfrastructuur.

Externe video: Interview Welkom bij de Krakeling

Het enorme kennisaanbod op een passende manier bij de juiste mensen krijgen, dat is de grote uitdaging, zegt Lia Davelaar.

“De locatie van het “Zoek het uit!”-congres past qua beeld goed bij de thematiek van de workshop Welkom in de Krakeling”, vertelt Martijn da Costa, voormalig programmamanager cluster Gehandicapten en Chronisch Zieken bij ZonMw. “In de Rijtuigenloods ging het vroeger om railnet en infrastructuur. Dat is bij ons ook het geval. De trein komt langs tal van organisaties, haalt kennis op, en vertrekt dan weer. De trein beweegt heen en weer tussen wetenschap en praktijk.” De titel van de workshop, de Krakeling, slaat dan ook op de vorm van het koekje, een liggende acht, dat altijd doorloopt en geen einde of begin heeft.”

Toepasbare kennis

“Hoe kunnen we de reis van kennis beter laten verlopen?” vraagt Lia Davelaar, directeur Kennisstrategie en -management bij Vilans aan de workshopdeelnemers. Het draait allemaal om kennis ontwikkelen, verspreiden en toepassen. “Het probleem is dat er veel kennis wordt ontwikkeld, maar dat het niet altijd bij de praktijk terechtkomt. En in de praktijk leven vragen die weer niet aan bod komen in het onderwijs.” Aan beide kanten moet iets gebeuren om de kennis op de juiste manier toe te passen. Da Costa: “We halen de wetenschappers met hun witte jassen als het ware uit het laboratorium. Hun kennis moet concreet en toepasbaar worden gemaakt voor de gebruiker.”

We halen de wetenschappers als het ware uit het laboratorium

Cliënt in stukken hakken 

Het tweetal verwacht opbouwende kritiek vanuit het veld tijdens de workshop. “We hopen tot betere kennisverspreiding te komen, die past bij de zorgvrager”, zegt Da Costa. Want daar gaat het uiteindelijk om, legt hij uit. De cliënt staat centraal. Davelaar: “Het probleem is dat vaak vanuit kleine onderdelen wordt gewerkt, onder meer bekeken vanuit de wetten Wlz en Wmo. Maar je kunt de zorg voor mensen niet in wetten opdelen. Een cliënt laat zich niet in stukken hakken.” Ervaringskennis van zorggebruikers moet nog meer erkend worden. “Wie er in de zaal zitten, is dan ook een belangrijke vraag”, zegt Da Costa. “Ik ben benieuwd of het bestuurders en onderzoekers zijn, of ook ervaringsdeskundigen.”

Lia Davelaar (Vilans)

Lia Davelaar (Vilans)

Martijn da Costa (ZonMw)

Martijn da Costa (ZonMw)

Samenwerking noodzakelijk

Meer samenwerking is in elk geval noodzakelijk om tot verbetering te komen, ziet Davelaar. “Kennispartijen moeten over hun schaduw heen stappen en voor subsidies gaan samenwerken. Financieel of inhoudelijk kan dat pijn doen.” Vaak werken partijen langs elkaar heen op hele kleine stukjes. “Zo wordt bij de zorgthema’s over dementie veel afzonderlijk gedaan en niet samen.”   

Kennis is ook maar een mening 

Een rol bij kennisinfrastructuur speelt dat de overheid minder in wetenschap gaat investeren. Waarde van kennis staat ter discussie en daar moeten ook de workshopgevers zich toe verhouden. “De opinie is vaak: kennis is duur en ook maar een mening”, zegt Davelaar. “Het onderscheid tussen betrouwbare bronnen en nepnieuws is heel belangrijk, maar hoe oefen je daar invloed op uit?” De Vilans-websites Kennispleingehandicaptensector.nl en Zorgvoorbeter.nl spelen daarbij een rol. “Het zijn radartjes in het geheel van kennisverspreiding, zo wordt je niet overspoeld door kennis.”

Beroepsonderwijs

Da Costa wil het belang van de relatie met beroepsonderwijs, specifiek het MBO, nog benadrukken. “Naast technologie komt de zorg in de toekomst vooral in de handen van deze studenten te liggen, de onderbezetting even buiten beschouwing gelaten.” Als de studenten gaan stagelopen, brengen ze kennis mee, die ze vervolgens gaan toepassen in de praktijk. “Dat leidt weer tot nieuwe inzichten en dat is interessant om te onderzoeken. Het is een organisch proces, waarbij constant een wisselwerking nodig is tussen ervaring en kennis. Alleen zo kom je tot verbeteringen.”